Ruim 300 dagen heeft hij erop zitten als bestuursvoorzitter van Shell. In die
periode nam de 51-jarige Zwitser Peter Voser de energiegigant stevig onder
handen. Eind 2010 zijn er zevenduizend banen verdwenen, de bedrijfsstructuur
ging op de schop en het dividendbeleid voor aandeelhouders kreeg een nieuwe
invulling.

Voser maakte de overstap naar de hoogste post bij Shell medio 2009, vanuit de
functie van financieel bestuurder. Als manager heeft Voser de reputatie
scherp te letten op kosten en de winstgevendheid van Shell.

Maar voor hemzelf is er geen wezenlijke breuk met het beleid van zijn
voorganger, de Nederlander Jeroen van der Veer. "Ik heb een economisch
en financieel profiel, maar ben evengoed heel fanatiek als het over
technologie en innovatie gaat. Alleen daarmee kun je op de lange termijn
overleven, al heb je wel de juiste kostenbasis nodig om onderzoek en
ontwikkeling te financieren."

Ambitie kan Voser niet ontzegd worden. Shell moet de meest vernieuwende en
competitieve onderneming zijn in de olie- en gasindustrie, stelt de topman. "Het
klopt dat we eind jaren negentig vaardigheden en technologie deels hebben
uitbesteed. Achteraf bezien was dat een strategische fout. Jeroen van der
Veer heeft dat de afgelopen vijf jaar gecorrigeerd met de versterking van
het budget voor innovatie en technologie. Nu nemen we de volgende stap door
Shell-werknemers die hierbij betrokken zijn, in één operationele structuur
te laten samenwerken."

Inhaalslag
In de periode na de crisis rond de opgeblazen olie- en gasreserves uit 2004
haalde Shell elk jaar minder vaten olie en gas uit de grond. De dagelijkse
productie zakte van 3,9 miljoen vaten in 2003 tot 3,1 miljoen vaten in 2009.
Daarmee liep het Brits-Nederlandse concern een forse achterstand op op zijn
grootste concurrenten: ExxonMobil en BP. Die zaten afgelopen jaar met hun
dagproductie bijna een kwart hoger dan Shell.

De komende drie jaar kan Voser voortborduren op nieuwe winningsprojecten die
onder Van der Veer in gang zijn gezet. Die brengen Shell’s dagproductie in
2012 terug op gemiddeld 3,5 miljoen vaten. Woensdag 28 april liet Shell met hogere
productiecijfers
al zien dat de kraan verder open kan, al wilde het
bedrijf nog geen aanscherping doen voor de vlakke jaarprognose van 2010.

Ook voor de periode na 2012 vertrouwt Shell’s bestuursvoorzitter erop dat
nieuwe vondsten compensatie bieden voor de miljoenen liters olie en gas die
Shell dagelijks oppompt. Niet in de laatste plaats omdat het bedrijf bezig
is met een inhaalslag bij de aankoop van nieuwe licenties voor de opsporing
van olie- en gasvelden. Onder meer in de diepzeewinning ziet Voser een
terugkeer naar Shells historische voortrekkersrol.

Shell mikt met een reeks grote projecten op een productie van 3,5 miljoen
vaten olie en gas per dag in 2012. Hoe belangrijk is verdere groei voor u?

"Shell wil herkend worden als een bedrijf dat groeit, dus in die zin is
toename van de olie- en gasproductie van belang. Maar meer nog leg ik de
nadruk op winstgevendheid, dat wil zeggen productiegroei die bijdraagt aan
de verbetering van de financiële kasstroom. We jagen niet op een extra vat
olie of gas als dat geen waarde toevoegt."

Hecht u eraan dat Shell bij de top-3 van de beursgenoteerde, westerse olie-
en gasbedrijven blijft horen?

"Schaalvoordelen zijn belangrijk in onze bedrijfstak. Je moet een zekere
grootte hebben om te kunnen investeren in de technologisch complexe
projecten waar Shell sterk in is. Daar hoort een bepaald productieniveau bij
en een mondiale armslag. Anders kun je niet de juiste mensen aantrekken en
ben je geen vanzelfsprekende partner voor staatsenergiebedrijven. Maar ik
hoef niet de grootste te zijn. Wel wil ik dat Shell het meest concurrerend
is. We vergelijken ons continu met andere grote maatschappijen. Dan gaat het
om financiële doelen zoals de kasstroom, niet om het absolute
productieniveau."

De komende tien jaar denkt Shell zeker acht miljard vaten aan nieuwe olie-
en gasreserves te ontginnen. Een relatief klein deel daarvan betreft
potentieel lucratieve diepzeevelden. Is er op dat vlak aanvulling nodig?

"Met diepzeewinning zitten we vooral in de Golf van Mexico. De afgelopen
twaalf maanden hebben we daar veel succes geboekt met
opsporingsactiviteiten, onlangs weer met een grote vondst. De inspanningen
in diepzeegebieden worden geïntensiveerd, maar we hebben niet meer
diepzeebronnen nodig voor een gediversifieerde portefeuille van
activiteiten. Ook omdat Shell de afgelopen jaren flink wat exploratierechten
heeft verworven in de Golf van Mexico."

Die acht miljard vaten die Shell in het vizier heeft tot 2020, kunnen nog
groeien?

"Dat klopt, het zal toenemen. Er komt meer aan. Shell heeft bijvoorbeeld
in maart, enkele dagen voordat we de significante nieuwe vondst in de Golf
van Mexico aankondigden, opsporingsrechten verworven op blokken die net
rondom dat gebied liggen. Daar zijn we heel tevreden over. Natuurlijk moet
je succes boeken met exploratie-activiteiten, maar de resultaten zijn de
afgelopen twaalf maanden uitstekend geweest. Bovendien is Shell buiten de
Golf van Mexico actief in diepzeegebieden bij Nigeria en Maleisië, en biedt
Alaska kansen."

Een groot deel van de traditionele olie- en gasbronnen bevindt zich in
politiek minder stabiele landen. Krijgen die substantiële aandacht van u als
chief executive?

"Natuurlijk. Het is een sleutelelement in onze strategie. Die is wat onze
groei betreft gericht op landen in het Midden-Oosten, Rusland, Kazachstan,
Nigeria en andere landen. Alleen willen we vanwege de risico’s niet een te
groot deel van onze productieactiviteiten in die gebieden concentreren."

Hoe kijkt u tegen Rusland aan, het land met de grootste gasreserves ter
wereld?

"Rusland heeft zeker Shell’s aandacht. Het Sachalin-project is nog altijd
de grootste buitenlandse investering in Rusland en we onderzoeken de verdere
ontwikkeling van de vloeibaargasactiviteiten. Het is ook geen geheim dat
Shell geïnteresseerd is in het Yamal-gebied. Premier Poetin heeft afgelopen
najaar aangegeven hoe Rusland verder wil met Yamal. Als er dit jaar nog een
Nederlandse missie naar de regio komt, zou dat voor Shell zeker een bijdrage
kunnen leveren, op weg naar een eventueel partnerschap."

Bij de opkomst van elektrisch rijden ziet u voor Shell een rol als
leverancier van aardgas voor elektriciteitscentrales. Alternatieve
scenario’s suggereren dat aardgas en kolen de komende decennia grotendeels
vervangen kunnen worden door wind, zon, waterkracht en kernenergie
.
"Op regionaal niveau kan alternatieve energie best een opmars maken. Maar
als we op wereldniveau willen voldoen aan de verdubbeling van de
energievraag in de komende veertig jaar, dan ligt de dominante keuze voor de
stroomsector nog steeds bij fossiele brandstoffen, inclusief aardgas."

"Het duurt nog geruime tijd voordat windenergie, zon en kernenergie een
substantieel marktaandeel in de totale energievoorziening kunnen opeisen. De
vraag is dan: wil je een elektrificatie van de transportsector gebaseerd op
kolen? Die discussie is nog niet uitgekristalliseerd."

"In veel landen, waaronder de Verenigde Staten, zie je al een kentering.
Daar wordt aardgas sinds kort als fundamenteel onderdeel van het
klimaatbeleid beschouwd. Aardgas had als manco dat het niet ideaal was in
verband met de voorzieningszekerheid. Door de forse groei van de winning van tight
gas
[aardgas uit dichtere steenlagen, Z24] en de productie van vloeibaar
aardgas is dat probleem van de baan."

En Europa?
"Daar ligt het lastiger. De eigen Europese gasreserves krimpen. Je kunt
hopen op eenzelfde ontwikkeling van onconventioneel gas als in de Verenigde
Staten, maar dat is niet heel waarschijnlijk. Uitgestrekte winningsgebieden
ontbreken in Europa en het zal zo goed als onmogelijk zijn om voldoende
vergunningen te krijgen. Europa moet dus aardgas van buiten aanvoeren. Er is
genoeg aardgas in landen zoals Rusland, Qatar, Nigeria en vele andere, maar
dat moet vaak nog wel verder ontwikkeld worden. Alternatieve energie kan een
rol spelen, maar ik heb geen enkele twijfel over Shell’s strategische keuze
voor aardgas."

Terug naar de korte termijn: Shell was begin dit jaar sceptisch over het
economische herstel in 2010. De recente opmars van de ruwe olieprijs tot
boven 80 dollar per vat lijkt een ander verhaal te vertellen.

"Ik ben iets optimistischer over het mondiale economische herstel dan
enkele maanden geleden. In het eerste kwartaal was de ontwikkeling in
sommige regio’s en sectoren wat beter dan verwacht, bijvoorbeeld in Azië. We
zien ook tekenen van herstel in de VS, maar Europa blijft nog achter. De
ruwe olieprijs wordt momenteel beïnvloed door positieve verwachtingen over
vraagherstel en het aanbodbeleid van Opec. Maar de raffinagemarges blijven
onder druk staan. Shell kijkt naar de lange termijn en werkt voor
investeringsbeslissingen met olieprijzen van 50 tot 90 dollar per vat. Dat
staat los van kortetermijnprijzen. Die kunnen zowel hoger als lager liggen."

Lees ook:

Shell profiteert van energieprijzen

Shell verwacht toename vraag naar gas

Shell mag boren in zee bij Alaska

Shell begint met pompen in Golf van Mexico

Analyse Jeroen de Boer: Shell moet vechten om niet te
krimpen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl